Onze visie

Oorsprong

Pedagoog Carl Medaer is de oprichter en bezieler van de leefscholen binnen het GO!. Hij gooit het, begin de jaren negentig, over een totaal andere boeg: hij schuift het onderwijs even opzij en bestudeert de mens. Hoe zit die in elkaar en wat kan je er in optimale omstandigheden mee bereiken? Hij gaat te rade bij Freud, Maslow, Rogers en Vossen, tekent vanuit hun ideeën een opgroeiende mens en schetst daarrond een school.
Het wordt een Leefschool, een school om in te leven. Vijf belangrijke levensfasen liggen aan de basis.

Die 5 fasen van ontwikkeling zijn de basis voor onze visie.  Fase 1 en 2 zijn de dragers, de voorwaarden om de volgende fases te laten ontplooien.

GO! de Leefschool is een plek om te leren en te experimenteren, maar bovenal om te leven. In een gezellige omgeving met veel groene speelruimte voelen leerlingen zich goed in hun vel. Pas als een kind zich op zijn gemak voelt, kan hij de wereld beginnen ontdekken. Dan is er ook ruimte om de eigen talenten en die van anderen te ontdekken.

"Het spreekt voor zich dat wij net zoals in andere basisscholen de eindtermen bereiken. Alleen de weg ernaartoe verloopt op een andere manier. We vertrekken vanuit de eigenheid van elk kind en houden rekening met de 5 ontwikkelingsfasen."

Fase 1 veiligheid en geborgenheid

We zorgen samen voor een ordelijk klimaat met duidelijke afspraken, regels en structuur waarin de kinderen zich goed, veilig en geborgen voelen. Zo maken we onze leefruimte gezellig, dragen we pantoffels, zijn er open kasten waarin we samen de orde bewaren en  krijgen we ruimte om ons eigen plekje in te richten. Ook is het schooldomein uitnodigend en gezellig ingericht, er zijn speelplekjes en terugtrekplekjes.

Maar we maken ook tijd voor overgangsmomenten. Zo starten we de dag met een kringgesprek als overgang van thuis naar school en sluiten we de dag samen af om terug en vooruit te kijken. Evengoed sluiten we op het forum de week of een periode af, en dit met de hele school. 

We streven naar een positief zelfbeeld waarbij de sterke kanten en competenties van de leerlingen worden benoemd en benut. Zo verhogen we het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen.

Fase 2 sociale fase

We besteden heel wat aandacht aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het wij-gevoel. Zo werken we aan vertrouwen en wederzijds respect tussen de kinderen onderling en de begeleider.  We maken samen met de leerlingen duidelijke afspraken en regels, die consequent worden nageleefd, via gerichte feedback en positieve versterking. 

We zien vooral kansen in verschillen en zetten daarom in op heterogene groepen. Zo leven en leren we in leefgroepen. Net zoals er thuis broertjes of zusjes zijn, leef en leer je op school samen met kinderen van verschillende leeftijden. In deze leefgroepen steken de kinderen veel op van de oudere leerlingen. De oudsten van de groep leren zorgen voor de jongere kinderen. 

Ook met de kinderen van andere leefgroepen, de directeur, de ouders en het onderhoudspersoneel zorgen we voor verbondenheid. 

Werken met coöperatieve werkvormen is dagelijkse kost.  Zo vormen teamvergaderingen, leefgroepsamenkomsten, oudervergaderingen en werkgroepen de motor van het wij-gevoel.

Fase 3 grijpen en kiezen

Deze fase gaat over het verkennen van de wereld rondom ons. Kinderen verwonderen zich vanuit zichzefl, ontwikkelen interesses, een leerbehoefte… In de kringmomenten stimuleren we hen om zich hierover vragen te stellen en zelf een projectonderwerp te kiezen, om hiermee vervolgens geïntegreerd aan de slag te gaan. We maken samen planningsborden, stellen taakverdelingen op en hanteren die in hoeken, kringen, groepswerk en klastaken.  

We brengen ‘de klas naar de wereld’. We observeren en stimuleren de kinderen en gebruiken het incidenteel leren door spontane leermomenten, ook verder in de klas. We laten ruimte voor de eigen inbreng en betrekken de eigen leefwereld bij de leerstof (en omgekeerd). 

We brengen ‘de wereld naar de klas’. Kinderen kunnen zich verdiepen in hun interesse en de anderen inspireren. We streven ernaar dat de leerling de behoefte gaat voelen om datgene wat hij geleerd heeft spontaan in te zetten in zijn eigen leven. 

Zo gaan we regelmatig op stap en zorgen voor een rijke schoolomgeving.   

Fase 3 Grijpen en kiezen GO! de Leefschool Oosterzele
fase ordenen en begrijpen GO! de Leefschool

Fase 4 ordenen en begrijpen

De binnengebrachte ervaringen, ontdekkingen en materialen worden geordend en gebruikt. We bouwen verder op de aanwezige kennis en gebruiken interactieve en coöperatieve werkvormen. We stimuleren het creatief proces. Dit veronderstelt ruimte om te experimenteren.  

De kinderen kunnen het klasgebeuren mee organiseren en het leerproces in eigen handen nemen. Ze zoeken op en onderzoeken in groepjes. Fouten maken mag, het is een kans om te leren. Wat aangeleerd werd, wordt ingeoefend en toegepast. In de weekplanningen krijgen kinderen steeds meer eigenaarschap over wanneer zij waaraan en met wie zullen werken. 

De groepjes koppelen terug aan de groep wat ze ervaarden.  

Fase 5 ingrijpen en initiatief nemen

Dit is de fase van het veranderen, van het eindproduct en van het reflecteren.  Het veronderstelt ruimte om kritisch te zijn en om zelf initiatief te nemen. We stimuleren leerlingen om hun eigen sociaal-emotioneel functioneren, hun samenwerkend leren en hun eigen leren te kunnen reguleren. We geven ruimte voor zelfsturing en reflectie.  

En we verbreden, denken na over hoe de dingen die je leert bij elkaar horen en in andere situaties kunnen toegepast worden. 

Concreet presenteert de groep in functie van het project zijn eindproduct (bv. tentoonstelling robots). Zo genieten we samen en vieren we onze successen. We reflecteren samen over het gelopen proces (bv. uitvinden eigen robot – ontwerp tekenen – robot maken), het bereikte product, de vooropgestelde doelen en de fouten die we maakten. Zo leggen we onze leerontdekkingen vast na elk project, we verwerken en oefenen in wat we geleerd hebben. We evalueren onszelf en elkaar.

project robot GO! de Leefschool Oosterzele

Samen leren samenleven

Het GO! heeft de maatschappelijke taak om kwaliteitsvol onderwijs te organiseren en aan te bieden. Kwaliteit heeft te maken met het kunnen ontwikkelen van elk talent, met het vormen van de totale persoonlijkheid, met de brede ontwikkeling van elk individu en het vreedzaam samenleven in een voortdurend veranderende samenleving.

Om een leefbare en open samenleving te realiseren, is het op de eerste plaats onze opdracht om van onze jongeren democratische, geëngageerde burgers te maken. Willen we een harmonieuze en duurzame samenleving, dan moeten we hen samen leren samenleven.

> Meer over het GO!